
Het Nieuwe Land. Het verhaal van een polder die perfect moest zijn.

Het Nieuwe Land
Aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis onderneemt Eva Vriend een zoektocht naar het ontstaan van een nieuwe provincie: Flevoland. Midden vorige eeuw dromen tienduizenden Nederlanders van een bestaan als boer in de net drooggelegde polders. Een nieuwe, ‘maakbare’ samenleving, waarin niet alleen het landschap langs de meetlat wordt gelegd, maar ook de toekomstige bewoners.
Alleen de besten van de besten zijn welkom. Zwakkelingen, achterblijvers en zielenpoten komen er niet in. De selectieprocedure van de rijksoverheid is zeer streng en voert zelfs tot in de slaapkamer. Zijn de bedden wel opgemaakt, is de linnenkast op orde? Eva Vriend weet het stilzwijgen van afgewezen kandidaten te doorbreken en de geheimen te ontrafelen van een bevolkingspolitiek die in de recente geschiedenis haar weerga niet kent.

——Fragment
Het is een mooie morgen als ik de straat oversteek, onderweg naar mijn ouderlijk huis voor een zondags kopje koffie. ‘Dag Eefje!’ Er is maar één man in mijn leven die me zo noemt, de 91-jarige overbuurman.
Mijn peuterzoon grijpt zijn kans en ontsnapt aan mijn hand om een stok of iets anders belangrijks te zoeken. Het gesprek met de buurman kabbelt verder. Hij gaat zo naar de kerk en verwacht daarna zijn doch- ter. Gelukkig heb ik ondertussen mijn zoon bij zijn bovenarm weten te grijpen en ik probeer hem nu in het autostoeltje te wurmen.
‘Dat heb ik nou nooit begrepen, waarom jouw opa eigenlijk ooit een boerderij heeft gekregen.’ De sluiting van het autostoeltje glipt uit mijn handen.
‘Hoe bedoelt u?’ vraag ik, scherper van toon dan ik wil.
‘Nou, waarom heeft jouw opa een boerderij gekregen? Hij was toch niet zo’n heel bijzondere boer? Of was hij zo’n ruilverkavelingsklant?’
‘Nee hoor, hij was zeker geen ruilverkavelingsklant,’ antwoord ik, in- middels met een glimlach. Moet ik echt aan mijn buurman gaan uit- leggen waarom mijn grootvader tot de gelukkigen behoorde die een bedrijf kregen toegewezen in de Noordoostpolder, toen het agrarisch walhalla van Nederland? ‘Hij werd geselecteerd. En opa Van den Berg trouwens ook, mijn opa van moederskant,’ kan ik niet nalaten eraan toe te voegen.
‘O, dat wist ik niet,’ mompelt mijn overbuurman. ‘Fijne dag, Eefje.’
‘U ook, buurman.’ Ik zet mijn zoon alsnog vast in het autostoeltje en vertrek naar de boerderij van opa Vriend, die mijn vader later heeft overgenomen en waar ik ben opgegroeid.


———
Alles in Flevoland is van tevoren bedacht. Geen slootje is spontaan gegraven. Tot op de laatste centimeter is de inrichting uitgetekend, letterlijk met een liniaal. De grootte van de kavels, de afstanden tussen de boerderijen, de omvang van de dorpspleinen, ze zijn allemaal weloverwogen. En op dezelfde manier zijn ook de bewoners, zoals mijn grootouders van beide kanten, langs de meetlat gelegd.
Mijn familie maakte zonder het te weten deel uit van de grootste en meest verregaande selectieprocedure die de Nederlandse overheid ooit voor nieuw grondgebied heeft uitgevoerd. Vanaf de Tweede Wereldoorlog dongen tienduizenden mensen naar een boerderij of een woning in de IJsselmeerpolders, die in 1986 samen de provincie Flevoland zijn gaan vormen. Tot in de jaren zeventig ondergingen gegadigden een intensieve selectieprocedure, inclusief een onverwacht inspectiebezoek thuis om te controleren of de huishouding wel op orde was. Voor de boerderijsollicitanten ging de selectie nog een paar jaar langer door. De criteria waren voor boeren die meededen aan het toenmalige systeem van ruilverkaveling iets soepeler, omdat zij met hun vertrek ruimte maakten voor de broodnodig geachte schaalvergroting op het platteland. Een ‘ruilverkavelingsklant’ was in theorie dus inderdaad een ‘mindere’ boer.
