

Eens ging de zee hier tekeer
De schilderachtige stadjes rond het IJsselmeer spreken tot de verbeelding, met hun authentieke gevels, vissersboten en pittoreske havens. Hoewel ze onderling sterk verschillen, is er één gebeurtenis die leven en lot van alle kustbewoners met elkaar verbindt.
Op 28 mei 1932 werd de Afsluitdijk gedicht. De overheid was ervan overtuigd dat dit Nederland zou voortstuwen in de vaart der volkeren. De kustbewoners stonden erbij, keken ernaar en moesten zich zien te redden. Hun Zuiderzee werd het IJsselmeer. Voortaan voeren hun botters uit op een zoetwaterplas.
Wat betekent zo’n ingrijpende verandering voor de cultuur, de identiteit en de toekomstdromen van mensen?
In Eens ging de zee hier tekeer staan vier Zuiderzeefamilies centraal, uit Urk, Volendam, Spakenburg en Wieringen. Aan de hand van hun levensgeschiedenissen vertelt Eva Vriend een groots verhaal over vissersbloed dat kruipt waar het niet gaan kan, de houvast die traditie biedt en de veerkracht die vereist is om vooruit te komen.
Niet eerder werd de geschiedenis van het grootste zoetwatermeer van West-Europa zo levendig, invoelbaar en treffend opgetekend.

De Helpende Hand
Veel Nederlandse gezinnen kwamen beschadigd uit de oorlog. Ze kregen hulp van daadkrachtige, jonge vrouwen. Die oefenden een nieuw beroep uit waarvan veel werd verwacht: ze waren gezinsverzorgster.
Geboren in de Tweede Wereldoorlog, als oudste dochter in een katholiek tuindersgezin, wordt Ria, zoals zoveel meisjes in die tijd, al jong ingezet als steun en toeverlaat in het altijd drukke huishouden.
Als om zes uur ’s ochtends de wekker gaat, staat zij op om de kachel op te stoken, boterhammen te smeren en de bedden op te maken. Ze schilt aardappels, lapt de ramen en poetst het koper. Naar school gaan zit er voor haar niet in.
In De Helpende Hand keert Eva Vriend terug naar de begindagen van de Nederlandse verzorgingsstaat. Op invoelende wijze legt zij de veelbewogen geschiedenis bloot van een beroep dat een grote rol speelde in de levens van zeer velen. Het dreef mee op de golven van de verzorgingsstaat: van het begin in de jaren vijftig tot het hoogtepunt in de jaren tachtig, toen honderdduizenden vrouwen het uitoefenden, tot de thuiszorgvoorziening van nu, die de overheid liever kwijt dan rijk is. Ria, de moeder van de auteur, zou wegens ziekte uiteindelijk afhankelijk worden van het beroep waarvoor zij zelf was opgeleid.
Het Nieuwe Land
Aan de hand van haar eigen familiegeschiedenis onderneemt Eva Vriend een zoektocht naar het ontstaan van een nieuwe provincie: Flevoland. Midden vorige eeuw dromen tienduizenden Nederlanders van een bestaan als boer in de net drooggelegde polders. Een nieuwe, ‘maakbare’ samenleving, waarin niet alleen het landschap langs de meetlat wordt gelegd, maar ook de toekomstige bewoners.
Alleen de besten van de besten zijn welkom. Zwakkelingen, achterblijvers en zielenpoten komen er niet in. De selectieprocedure van de rijksoverheid is zeer streng en voert zelfs tot in de slaapkamer. Zijn de bedden wel opgemaakt, is de linnenkast op orde? Eva Vriend weet het stilzwijgen van afgewezen kandidaten te doorbreken en de geheimen te ontrafelen van een bevolkingspolitiek die in de recente geschiedenis haar weerga niet kent.


Eva Vriend (1973) is historica en schrijfster. Ze groeide als boerendochter op in de Noordoostpolder. Het nieuwe land (2013), over de ontstaansgeschiedenis van Flevoland, werd genomineerd voor de M.J Brusseprijs (beste journalistieke boek) en de Libris Geschiedenis Prijs.
In 2015 verscheen De helpende hand, waarvoor ze een beurs kreeg van het Letterenfonds.
Vanaf 2016 werkte ze samen met het Zuiderzeemuseum uit Enkhuizen aan het interactieve project ‘Mijn Zuiderzee’, waarvoor ze vele levensgeschiedenissen van kustbewoners optekende.